Ons motto is: ’Kijken wat wel kan’

Gineke Breuer (70) woont samen met haar man in Brummen. Met haar volgt een gesprek over het veranderende leven in deze tijd van het coronavirus.

Kun je iets meer vertellen over je thuissituatie?

‘Ik woon in Brummen samen met mijn man. Onze kinderen en kleinkinderen wonen helaas heel ver weg, tenminste in onze beleving. Ze wonen in het westen van het land, dat is nu ver weg voor ons.’

Hoe is het je de afgelopen week vergaan?

‘Eigenlijk is het ons wel goed gegaan. Wij leggen ons bij de situatie neer. Ons motto is: ‘kijken wat wel kan.’ Het mooie is dat de zon schijnt en de natuur in knop komt. Gelukkig hebben we niet die regenachtige dagen, zoals een paar weken geleden. Dat vond ik deprimerender dan nu. En wat de maatregelen betreft, daar willen wij ons strikt aan houden: geen bezoek ontvangen en niet op bezoek gaan. Wij horen toch tot de risicogroep allebei, daarbij heb ik zelf vaker longontsteking gehad in het verleden, dus voor mij is het extra oppassen met het coronavirus. Ik vind deze aangescherpte maatregelen ook wel erg belangrijk. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn omgeving. Het is natuurlijk vervelend dat het je beperkt in je vrijheid, maar wel heel belangrijk om je aan te houden.’

Wat kunnen we nog wel doen?

‘Het enige wat ik nog wel doe, is de boodschappen halen. Voordat ik ga, trek ik plastic wegwerphandschoenen aan. Die geven toch extra bescherming. Na het uitpakken van de boodschappen thuis, was ik ook direct weer mijn handen. Winkels nemen zelf ook hun maatregelen, dat vind ik wel goed. Sommige winkels maken nu met schoonmaakdoekjes de handvaten van de
boodschappenwagens schoon. Wat wij nog samen doen, omdat we gelukkig fysiek nog goed in orde zijn, is fietsen. Wat dat betreft wonen wij hier super fijn. Als je de straat uit fietst, ben je zo in het buitengebied, de dijk op en je ziet de IJssel. De fietspaden zijn fantastisch daar en je komt weinig mensen tegen. Fijn voor ons dat we nog naar buiten mogen. Lekker op de fiets met het hoofd in de wind.’

Wat mis je het meeste in deze tijd?

‘Dat zijn toch wel de verjaardagen van de kleinkinderen en hun logeerpartijen. Mensen op bezoek hebben of op bezoek gaan bij mensen. Maar goed, daar heb ik een alternatief voor gevonden: samen met een vriendin een telefonisch koffiemoment afspreken, ieder in eigen huis. Dat doe ik gewoon een paar keer met verschillende mensen. Zo kan dat ook. We hebben telefoon en goede communicatiemiddelen zodat je elkaar toch kunt spreken. En natuurlijk lezen. Gelukkig had ik net voor de aangekondigde maatregelen nog een stapel boeken bij de Bibliotheek gehaald.’

Heb je extra contacten door de maatregelen?

‘In mijn straat wonen een paar mensen die alleen zijn en ouder zijn dan wij. Die mensen bel ik regelmatig om te horen of het goed gaat en of ze iets nodig hebben. Ik vraag of ze het op prijs stellen dat ik af en toe bel. Daar krijg ik hele leuke reacties op. Ik zit in de studiekring 50+ in Brummen, daar zitten ook een paar mensen in die alleen zijn. Die heb ik ook opgebeld om te vragen of ze het leuk vinden dat ik af en toe bel en daar heb ik nu ook regelmatig contact mee. Zo kunnen we best veel doen voor elkaar ook al is het op afstand.
Digitaal ben ik niet zo vaardig, maar via andere mensen heb ik geleerd een WhatsApp groep aan te maken, zodat we ook daarin contact kunnen houden met elkaar. Het zijn maar van die kleine dingen, maar ik ben toch blij dat het gelukt is.’

Heb je een goede lees- of luistertip voor andere mensen?

‘Dat is best lastig, ik vind zelf misdaadromans erg leuk. Ik ben ook lid van de Boekensteun, het leuke daarvan is dat je ook weer hele andere schrijvers gaat lezen. Wat ik een heel goed boek vind, is ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman. Daar zou ik ook een presentatie over geven in de studiekring. Ik vind het heel ontroerend hoe je op dit moment in de maatschappij ziet dat mensen positieve initiatieven ontplooien om elkaar te helpen. Wat ik zelf ook heel mooi vind, is dat het Nederlands Philharmonisch Orkest in Rotterdam ‘Alle menschen werden Bruder’ speelde, dat ontving ik via WhatsApp. Gisteren stuurde iemand mij ‘Imagine’ van John Lennon, ook heel mooi om naar te luisteren. We moeten ons maar vasthouden aan deze positieve geluiden.’

Wat neem je mee als deze crisis voorbij is? Wat ga je anders doen?

‘Normaal doe ik vrijwilligerswerk. Ik ben lid van de Maatschappelijke adviesraad van de gemeente Brummen en voor ‘Handsaam’ reed ik mensen naar hun afspraken. Dat mis ik wel, dat je dat nu niet kunt. Ik denk dat ik de dingen die je buitenshuis kunt doen veel meer ga waarderen. Veel meer ga denken: ‘wat fijn dat ik die dingen kan doen en dat je fysiek contact met elkaar kunt hebben.’
Ik hoorde van een hoogleraar Transitie op de radio dat nu de gewone dingen weer bijzonder worden. Dat vond ik eigenlijk zo goed verwoord.’

Denk je dat de maatschappij hierdoor verandert?

‘De vitale beroepen werden voorheen minder gewaardeerd. Nu merk je welke mensen je in je omgeving heel erg nodig hebt: winkelpersoneel, vakkenvullers, mensen in de zorg en leraren. Ik probeer altijd waardering voor iedereen te hebben. In onze maatschappij wordt nu wel heel zichtbaar dat deze groepen juist nu heel belangrijk zijn. Dat vind ik heel goed. Wat ik nu niet snap, is dat mensen zich niet aan de gedragsmaatregelen houden. Wees blij dat je gezond kunt blijven en pas je nu even tijdelijk wat aan, ook voor een ander. Dat is voor jongeren natuurlijk best lastig. Ook van hen wordt een groot offer gevraagd. Als ze zich maar realiseren dat deze tijd weer voorbij gaat. Daarna heb je weer alle vrijheid om te doen wat je wilt.’

Wat is jouw verhaal? Geef je op voor de Ochtendpost

Vind je het ook leuk om jouw verhaal te delen? Stuur dan even een e-mail naar: communicatie@bibliotheekbrummenvoorst.nl . Vermeld hierin: je naam en het telefoonnummer waarop je te bereiken bent. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met je op om een afspraak in te plannen.