Bij het verlaten van de kerk wordt een groet gebracht met het vaandel

De weken verstrijken. We raken allemaal wat meer gewend aan het leven in en om het huis. En aan de stilte om ons heen. De maand april is voorbij. Vandaag spreken we Jos Penninx (65) burgemeester van Twello. Met hem volgt een gesprek over het leven en werken in deze ‘coronatijd’.

Kunt u iets meer vertellen over uw thuissituatie?

‘Ik woon tegen de Bibliotheek aan in Twello met mijn echtgenote. Mijn vrouw is gepensioneerd en is veel thuis op dit moment. Veel van haar activiteiten zijn nu stilgevallen. Zij is voorzitter van de vrouwenvereniging, actief golfer, bridger. Dat kan nu allemaal niet.’

Hoe combineert u op dit moment het werk met uw privéleven?

‘Ik kom nu elke dag thuis lunchen, dat is ook voor mijn vrouw fijn. Ik werk niet helemaal vanuit huis. Als enig lid van het college werk ik ook op het gemeentehuis. Dat doe ik mede voor de mensen die daar werken. Voor hen is het prettig dat er regelmatig een bestuurder is. Ik wandel vaak vanuit huis naar mijn werk. In de gemeente Voorst proberen wij alle vergaderingen en overleggen met medewerkers zoveel mogelijk door te laten lopen. Dat gebeurt wel digitaal. Het bezoeken van externe vergaderingen (Den Haag) kan op dit moment niet. Dat betekent dat ik heel veel tijd besteed aan videobellen. We Skypen, Zoomen en gebruiken Teams. Een aantal van mijn taken vervalt op dit moment, zoals het houden van toespraken en het bezoeken van mensen. Dus kan ik ook vaker ’s avonds thuis eten dan in het ‘gewone leven’ gebeurt.’

Zijn er speciale dingen die u mist op dit moment?

‘Mijn vader zat in een verpleeghuis en is op Goede Vrijdag overleden. Hij zou paasmaandag 98 jaar zijn geworden. Corona werd de laatste weken echt merkbaar in het tehuis waar hij woonde. We mochten niet meer naar binnen. We hebben nog via Facetime contact gehad. Eén lid van de familie mocht in de laatste fase bij hem zijn. Op afstand heb ik afscheid van mijn vader genomen. Mijn vader had een scootmobiel en probeerde iedere ochtend een ritje te maken, dan had hij contact met de mensen om hem heen. Op het moment dat hij het tehuis niet meer uit mocht, zat hij ineens de hele dag in zijn kamer. Hij was nog heel scherp van geest, maar toen hij ziek werd was binnen een paar dagen de fut eruit. Hij is toen vrij snel overleden. Mijn vader is niet officieel getest, maar hij had zo weinig zuurstof in zijn bloed dat het wel duidelijk was dat het om corona ging.

Wat heftig allemaal. Kon u goed afscheid nemen?

’We zijn met de familie gaan kijken hoe we het afscheid konden regelen. Hiervoor moet ik mijn complimenten geven aan de uitvaartorganisatie. We hebben gelukkig een mooi afscheid kunnen organiseren, zoals mijn vader het had gewild. Mijn vader was al 75 jaar lid van een Gilde* en hij was koninklijk onderscheiden. Het is traditie dat je met Gilde-eer wordt begraven. De kist werd begeleid naar de kerk door leden van het Gilde. De koning van het Gilde deed zijn zilver af en legde dit op de kist. Vervolgens ging de kist naar binnen. Tijdens de dienst werd het vaandel van het Gilde omlaag gedaan. Bij het verlaten van de kerk werd een groet gebracht met het vaandel, eindigend met het vaandel gericht naar de hemel. De traditionele symboliek kon op een goede manier uitgevoerd worden, waarmee wij als familie heel blij zijn. Samen met elkaar en met het Gilde hebben we daardoor goed afscheid kunnen nemen. Ik heb hierdoor wel van heel dichtbij ervaren wat de impact is van deze crisis.’

*             Bij het Gilde dragen vrijwilligers belangeloos hun kennis, kunde en ervaring over aan anderen. Met tijd en aandacht.

Is die impact ook in andere aspecten van uw leven voelbaar?

‘Afgelopen week hebben we toevallig de eerste raadsvergadering gehad. En als je dan niet meer in een kring met elkaar zit en je ziet als voorzitter de mensen en de gezichten niet, dan merk je wel dat non-verbale communicatie zo belangrijk is. Je kunt de mensen veel beter lezen. Het fysieke contact, mensen nabij, de gezelligheid, dat mis ik dus wel. Ik houd ook wel van sporten, maar mijn sport golf dat mag ook nog niet.’

Wat neemt u mee, na deze coronacrisis?

‘Als bestuurders kunnen we blijkbaar toe met minder vergaderingen, minder landelijke overleggen en we kunnen op andere manieren vergaderen. Daarmee kunnen we de automobiliteit terugdringen. Het is niet zo dat we het hele vergaderen kunnen schrappen, want een belangrijk onderdeel van vergaderen is het netwerken. Ik merk nu ook dat het goed en gezellig is om je agenda te blokken om even met je vrouw te lunchen. We hebben nu een gezondheidscrisis en ik hoop dat we op redelijke termijn de economie weer in gang kunnen zetten. Maar goed, als ik kijk naar de grote evenementen in onze dorpen zoals het Klompenfeest, dat kan waarschijnlijk niet meer in de nabije toekomst. Met duizenden mensen zo dicht bijeen zijn. Dat vind ik nog wel een zorgpunt. Tegelijkertijd heb ik aangeboden om als gemeente Voorst immuniteit te gaan onderzoeken. Mijn familie komt uit Brabant, ik vermoed dat veel mensen het virus hebben gehad. Ik hoop dat we testen krijgen en kunnen vaststellen hoeveel mensen het virus hebben gehad.’

Ik merk nu ook dat het goed en gezellig is om je agenda te blokken om even met je vrouw te lunchen.

Wat zijn hoogtepunten in deze periode?

‘Wat ik heel opvallend vond, is dat onze dorpscontactpersonen er heel snel in geslaagd zijn om allerlei initiatieven bij elkaar te brengen. Daar ben ik supertrots op. De energie in de samenleving met elkaar verbinden. Ik vind deze tijd vergelijkbaar met de evaluatie van de Bommelerwaard in 1995, die ik heb meegemaakt. Daar was toen een ontruiming voor een week. Ook daar zag je dat op het moment dat mensen weg moeten of terugkomen, een enorme hulpvaardigheid ontstaat naar elkaar. Dan zijn mensen best sociaal. Dat merk ik nu ook. Ook bij medewerkers, ze gaan ervoor, niets is te veel. Ik vind het mooi om te zien dat mensen hun best doen en echt proberen afstand te houden. Ze respecteren elkaar. Dat betekent ook dat onze handhavers nog geen boetes hoeven uit te geven. Dat doet mij deugd. Het heeft te maken met een gevoel dat je met elkaar de klus moet klaren.’

Wat neemt u mee, na deze coronacrisis?

‘Als bestuurders kunnen we blijkbaar toe met minder vergaderingen, minder landelijke overleggen en we kunnen op andere manieren vergaderen. Daarmee kunnen we de automobiliteit terugdringen. Het is niet zo dat we het hele vergaderen kunnen schrappen, want een belangrijk onderdeel van vergaderen is het netwerken. Ik merk nu ook dat het goed en gezellig is om je agenda te blokken om even met je vrouw te lunchen. We hebben nu een gezondheidscrisis en ik hoop dat we op redelijke termijn de economie weer in gang kunnen zetten. Maar goed, als ik kijk naar de grote evenementen in onze dorpen zoals het Klompenfeest, dat kan waarschijnlijk niet meer in de nabije toekomst. Met duizenden mensen zo dicht bijeen zijn. Dat vind ik nog wel een zorgpunt. Tegelijkertijd heb ik aangeboden om als gemeente Voorst immuniteit te gaan onderzoeken. Mijn familie komt uit Brabant, ik vermoed dat veel mensen het virus hebben gehad. Ik hoop dat we testen krijgen en kunnen vaststellen hoeveel mensen het virus hebben gehad.’

Wat is het belangrijkste dat u afgelopen weken hebt geleerd?

‘Met oog voor elkaar is er veel mogelijk. Wat minder materialisme, weer wat meer contact met elkaar hebben. Gewoon aardig zijn voor elkaar.’

‘Ik heb eigenlijk ook nog een vraag aan de lezer: Hoe kijkt de samenleving aan tegen de overheid?’

Wat is jouw verhaal? Geef je op voor de Ochtendpost

Vind je het ook leuk om jouw verhaal te delen? Stuur dan even een e-mail naar: communicatie@bibliotheekbrummenvoorst.nl . Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met je op.