In plaats van huisbezoek hebben we nu tuinbezoek

Vandaag spreken we Karin van Aalst (45) uit Arnhem in de Ochtendpost. Zij is werkzaam voor de Stichting Welzijn Brummen. Met haar volgt een gesprek over het leven en werken in deze ‘coronatijd’.

Kun je iets meer vertellen over je thuissituatie?

‘Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid dat ik het heel gezellig vind thuis. Mijn man en ik werken allebei vanuit onze eigen ruimte. En onze twee pubers (16 en 12) zijn ook thuis aan het werk. De eerste week was even wennen, maar nu hebben we een goed ritme gevonden.’

Hoe combineer je op dit moment je werk met je privéleven?

‘Het is fijn dat we hier thuis elkaars werk respecteren en rekening houden met elkaar. Dat gaat eigenlijk vanzelf. Ik werk al 11 jaar voor Stichting Welzijn Brummen en ben al een paar jaar heel druk met het begeleiden van nieuwkomers (vluchtelingen) in de gemeente. Daarnaast ben ik afgelopen jaar gestart als mantelzorgconsulent. Samen met mijn collega Ellen Lammersen ondersteunen wij mantelzorgers in de meest brede zin. Dat is in deze tijd helemaal bijzonder. Wij merken dat in deze coronatijd het ‘mantelzorgen’ lastiger wordt. De dagbestedingen zijn nagenoeg gestopt, dat houdt in dat partners die normaal gesproken een aantal dagdelen gebruikt maakten van deze voorziening, nu gewoon thuis blijven. Die zijn dus nu 24/7 thuis. Daar zitten mensen bij die half dementerend zijn. Die kun je dus eigenlijk niet uit het oog verliezen, daar moet je steeds bij blijven. En dat zeven dagen per week, dat is heel zwaar voor mensen.’

Is jouw werk anders nu?

‘We hebben zo’n 300 mantelzorgers in ons bestand staan. Met een poule van vaste collega’s zijn we al deze mensen aan het nabellen om te horen hoe het met ze gaat. Daar starten we elk telefoongesprek mee. In 99% van de gevallen krijgen we als antwoord dat het prima gaat! Als we vervolgens vragen voor wie ze zorgen? Dan komen de verhalen los en vertellen ze soms wel een uur waar ze mee bezig zijn. We zijn nu met onze ketenpartners aan het overleggen of er voor deze groep mensen meer ondersteuning kan komen. Zo onderzoeken de verschillende dagopvanglocaties in de gemeente Brummen hoe zij hun deuren binnenkort weer stap voor stap kunnen openen, uiteraard met inachtneming van de RIVM richtlijnen. Zo kunnen mensen toch even het huis uit, dat geeft de mantelzorger even ruimte om op adem te komen.’

En je werk met de nieuwkomers nu?

‘De andere tak waar ik me mee bezig houdt, is het begeleiden van nieuwkomers. Dat is ook bijzonder in deze tijd. Normaal gesproken heb ik wekelijks face-to-face contact met een nieuwkomer. Ik ga op huisbezoek. Dat is nu tot een minimum beperkt. Op dit moment begeleid ik negen mensen, daarvan zijn er vijf online vaardig. Die komen ook zelf met vragen, dat is prima. Dat geeft mij het gevoel dat deze mensen hun weg zelf kunnen vinden. De andere drie zijn analfabeet, dat maakt het al een stuk lastiger om met hen te communiceren. En één is begin april gehuisvest, daar moest nog heel veel voor geregeld worden. In plaats van huisbezoeken hebben we nu tuinbezoeken. Dan spreken we af in de voor- of achtertuin om even bij te praten. Het is heel schrijnend dat in sommige gevallen gezinshereniging op het laatste moment niet kon doorgaan en voorlopig ook niet gebeurt. Aan de andere kant is het weer heel mooi dat ik nieuwkomers had gekoppeld aan een vrijwilliger. In dit geval aan taalcoaches, die nu allerlei manieren bedenken om in contact te komen met hun nieuwkomers. Ik wist natuurlijk wel dat we fantastische vrijwilligers hadden, maar dit is wel geweldig om te zien.’

Zijn er speciale dingen die je mist op dit moment?

‘Wat ik het meeste mis, is dat ik mijn vader en mijn oma die allebei in een verzorgingshuis zitten niet kan bezoeken. Mijn oma is 99 jaar, met haar heb ik een speciale band. Ik bel haar wel, maar het is lastig nu, want heel veel meer kan ik niet voor haar doen. Wat ik nu privé meemaak zorgt ervoor dat ik mantelzorg met een heel ander gevoel doe. Het komt heel dichtbij. Ik weet wat het is.’

Wat neem je mee, na deze coronacrisis?

‘Ik ben heel oplossingsgericht in mijn werk. Dat is mijn manier van werken. Nu kan dat niet. Ik heb gemerkt dat mensen veel meer eigen kracht hebben, daar heb ik me over verwonderd. Als deze coronacrisis voorbij is, ga ik dat anders doen. Dan wacht ik wat langer met het aandragen van een oplossing. Wie weet vinden de mensen zelf het antwoord. Dat geeft natuurlijk een beter gevoel.’

Wat is jouw verhaal? Geef je op voor de Ochtendpost

Vind je het ook leuk om jouw verhaal te delen? Stuur dan even een e-mail naar: communicatie@bibliotheekbrummenvoorst.nl . Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met je op.